Nieuws

DTA 8713

Bij het NEN is de officiële Engelse vertaling verschenen van NTA 8713 ‘Hergebruik van constructiestaal’. Net als de Nederlandstalige voorganger uit 2023 biedt de DTA (Dutch Technical Agreement) ‘Reuse of structural steelwork’ een doorwrochte, uniforme procedure voor het direct hergebruik van eerder gebruikte staalconstructie-elementen, zoals kolommen, liggers, verbanden en knopen, in een nieuw bouwproject. Beide […]

Nieuwe impulsen voor circulaire transitie maakindustrie

FME, Koninklijke Metaalunie en de Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) hebben zich verenigd in de Stichting Circulaire Maakindustrie (CMI). Met de stichting, geïntroduceerd tijdens de Week van de Circulaire Economie (17 tot en met 22 maart jl.), willen de drie ondernemersorganisaties de Nederlandse maaksector ondersteunen bij de overgang naar circulair ondernemen. 21 maart 2025 […]

Gemengd toekomstbeeld onder architecten

BNA heeft de Conjunctuurmeting najaar 2024 gepubliceerd. De ondervraagde architectenbureaus blijken gematigd positief gestemd over de toekomst. Voor kantoorbouw verwachten ze een ‘afnemend belang’. Perspectief op groei bieden de woningbouw (nieuwbouw en renovatie) en gemengde projecten. Verduurzaming, herontwikkeling en transformatie vormen voor de architect de meest kansrijke werkgebieden. 10 maart 2025 Daarnaast is de beroepsgroep […]

Groot Lab (blok 1) Amsterdam

Het voormalige Shell-laboratorium op de noordelijke IJ-oever in Amsterdam is nu het domein van mediatechniek, een hostel én de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. In het stijlvol getransformeerde Groot Lab hebben de masteropleidingen van de Theaterschool (DasArts en de Amsterdam Master of Choreography) en de Academie voor Beeldende Vorming, beide onderdeel van de hogeschool, hun theater- en danszalen gekregen in een nieuwe in- en opbouw van staal, in het hart van de monumentale oudbouw.

De noordelijke IJ-oever was vanaf 1914 goeddeels de thuishaven van de Koninklijke Shell. De oliemagnaat hield hoofdkantoor in Toren Overhoeks. Het naburige Groot Lab aan de Badhuiskade was het centrum van research en development van Shell (voorheen ‘Bataafse Petroleum Maatschappij’). Bijna honderd jaar later droeg Shell zo’n 20 van het 27 hectare grote terrein over aan de Gemeente Amsterdam. Sindsdien is de gemeente bezig het gebied om te vormen tot een nieuwe stadscentrum aan de ‘andere kant’ van het IJ. Naast onvermijdelijke sloop en nieuwbouw blijven veel waardevolle oude gebouwen behouden. De 22-laagse Toren Overhoeks is inmiddels gepromoveerd tot A’DAM toren: een verticale stad met kantoren, hotel- en uitgaansvoorzieningen.

Nieuw leven voor Groot Lab

Ook het Groot Lab is nieuw leven gegund. Het ontwerp van C.A. Abspoel, huisarchitect van Shell, is indertijd in twee fasen gebouwd. Het eerste deel van vier bouwlagen is in 1929 voltooid, het tweede, vijflaagse deel dateert van 1939. Het pand staat al enkele jaren leeg als ABT in 2012 via een quickscan de potenties voor herontwikkeling in kaart brengt. Nagegaan wordt welke functies kansrijk zijn, onder welke technische voorwaarden en welke financiële consequenties dat met zich mee brengt. Vier jaar later is de nieuwe invulling van de drie gebouwdelen van het Groot Lab al ver gevorderd. Het A-lab (blok 2) is op initiatief van herontwikkelaar CODUM, Projectbureau Noordwaarts en Bureau Broedplaatsen omgezet tot broedplaats voor mediatechniek. Blok 3 biedt plaats aan Hostel Click Noord.

Sinds 2013 hebben architectenbureau Fritz, Monk Architecten en ABT gewerkt aan de transformatie van blok 1 tot onderkomen voor de Amsterdamse School voor de Kunsten. De gevraagde, ruime theater- en danszalen blijken niet zondermeer in te passen binnen de bestaande gebouwschil. Bovendien laten de bestaande betonconstructie en houten paalfundering geen hoge extra belastingen uit een nieuwe opbouw toe.

Stalen injectie

Hierop komt het ontwerpteam met een zelfstandig volume dat in het bestaande atrium wordt geplaatst en tot zo’n 6,5 m boven het bestaande dak uitsteekt. De nieuwe in- en opbouw staat geheel ‘los’ van de bestaande constructie en verzorgt zijn eigen stabiliteit. Slechts enkele extra palen zijn nodig om het nieuwe gewicht op te nemen. Door deze opzet is het inpassen van de zalen zowel constructief als geotechnisch haalbaar. Bovendien is gemakkelijker te voldoen aan de hoge akoestische eisen voor de zalen en blijven de bestaande, goed functionerende installaties na beperkte toevoegingen operationeel.

Deze uitgangspunten zijn vertaald in een staalskelet dat niet alleen als vanzelfsprekend op zichzelf staat en minimaal gewicht toevoegt, maar bovendien ‘compact’ is. De slanke constructie neemt zelf relatief weinig ruimte in en voegt (hierdoor) relatief veel gebruiksruimte toe. De beide zalen zijn volgens het doos-in-doos principe in de staalconstructie geplaatst. Hierdoor zijn de afzonderlijke ruimten volledig lucht- en contactgeluid-dicht ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de rest van het gebouw.

Zwevende danszaal

Het onderste deel van de staalconstructie – over de bouwlagen 1 tot 4 – bevat de kleine zaal, een leefkeuken en een ruime ontmoetingsplek, bereikbaar via een theatrale trap. De grote zaal reikt vanaf de 4e bouwlaag tot 6,5 m boven het gebouw. De idee dat deze zaal ‘zweeft’ boven het gebouw wordt versterkt door volledige beglazing van de optop aan de IJ-zijde. Dit biedt de dansers in de zaal een panoramisch uitzicht over het IJ en het gevoel dat ze – daar hoog in de lucht – hun kunsten vertonen onder de aanblik van de wijde omgeving.

Projectgegevens

Locatie: Overhoeksplein, Amsterdam Noord • Oplevering: april 2016 • Opdracht: gemeente Amsterdam • Gebruiker: Amsterdam Hogeschool voor de Kunsten • Herbestemmingsontwerp: architectenbureau Fritz en Monk Architecten •  Constructieve adviezen: ABT • Uitvoering: Heijmans • Foto’s: Peter Cuypers, Heijmans, Buitink • Redactie: Arend Dolsma (Bouwen met Staal), 2018