




































Een tweetal monumentale gebouwen op het Binnenhuisgastterrein van de Amsterdamse binnenstad – de Tweede Chirurgische Kliniek en het Zusterhuis van het Binnengasthuis – zijn getransformeerd tot bibliotheek annex studiecentrum van de Universiteit van Amsterdam.
De beide voormalige zorggebouwen, in 1897 ontworpen door architect Frans Poggenbeek, waren al vanaf begin jaren ’80 in gebruik door UvA. Maar sinds september 2025 zijn de twee monumenten weer helemaal toekomstbestendig dankzij een discrete restauratie en renovatie, naar ontwerp van architectenbureau J. van Stigt. Van de tekentafel van MVSA Architects komen de nieuwe toevoegingen aan het gebouwen-ensemble, met als kers op de taart een spectaculaire stalen boomstructuur met lift, trap en uitkijk- annex studiebordessen.
Beide bureaus werkten al eerder samen aan het naburige Conservatoriumhotel. Net als toen, zijn de taken bij het ontwerpen voor de UvA als volgt verdeeld: herbestemming van de oudbouw door J. van Stigt, aanvullende nieuwbouw door MVSA.
Het overall architectonisch ontwerp stoelt op het afgewogen renoveren van de bestaande panden en het respectvol toevoegen van de benodigde nieuwbouw zodat de eigenheid en historische en culturele waarden van de oudbouw, begin vorige eeuw gebouwd, behouden blijven. Veranderingen van het exterieur van de bestaande gebouwen blijft sowieso tot het minimum beperkt, want beide prijken op de monumentenlijst.
Na de renovatie ontsluiten de twee bestaande gebouwen de publieke boekencollectie van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA. Daarnaast zijn in de oudbouw ruim 1.000 grotere en kleinere studieplekken, werkzalen en kantoren ondergebracht. De collegezaal huist in de monumentale Snijzaal van het vroegere ziekenhuis en is dan, compleet met tribunes en groot projectiescherm, ook geschikt voor een lezingenmiddag of een filmavond. Ongestoord individueel studeren is mogelijk in afsluitbare eenpersoonskamers. Collectief studeren kan in ‘stille studieruimten’ zoals de getransformeerde beddenzalen van het ziekenhuis met boekwanden van vloer tot plafond.
Aan de bestaande bouw is een nieuwbouwvleugel toegevoegd voor het studentencafé (op de begane grond) en lees- en (samen)werkruimten op de verdiepingen, letterlijk tussen de boeken, met gemakkelijk verplaatsbaar meubilair en audiovisuele voorzieningen. De nieuwbouw grenst aan het dakterras met uitkijk over de binnenstad. Rondom de verdiepingen is aan de buitenzijde een gevelscherm opgetrokken dat de daglichttoetreding tot de studieruimten tempert en voorkomt dat bibliotheekgebruikers en naburige bewoners bij elkaar in het boek kunnen kijken. Het 3D-geprinte, semi-transparante en bronskleurige scherm bevat de letters van een zin uit het gedicht ‘Awater’ van Martinus Nijhoff: ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’. En dat staat er in 24 talen, alle talen waarin de UvA haar onderwijs aanbiedt.
De gebouwen-verzameling wordt een samenhangend ensemble dankzij de overkapping van de gemeenschappelijke binnentuin. Midden in de tuin is een 20 m. hoge stalen ‘boom’ geplant, met stalen takken en glazen bladeren die zich uitstrekken over het terrein en het aangrenzende deel van de bebouwing. De complexe constructie is opgebouwd uit kokers met daartussen rechte staven. De knooppunten, 55 in getal, zijn 3D-gevormd en na montage afgedekt met stalen sierkappen die de knopen de gewenste geronde, vloeiende verschijningsvorm verlenen.
Voor de connectie met de omringende gebouwen is de stalen boomstructuur voorzien van een stalen wokkeltrap en een drietal bruggen die de oversteek maken naar de naburige verdiepingen. Aan de boom kragen ook twee stalen bordessen uit. Ze bieden ruimten aan studieplekken en gelegenheid om van het uitzicht te genieten.
Zo brengt de boomstructuur met kap de bestaande gebouwen op een respectvolle manier bijeen voor hun nieuwe functie, zonder inbreuk te maken op het oorspronkelijke architectonisch beeld.
Bovendien promoveert het 1.200 m2 grote dak de binnentuin tot een atrium dat werkt als klimaatbuffer voor het gebouw en als kloppend hart van het bibliotheekcomplex en van de binnenstedelijke UvA-campus als geheel. Het atrium telt twee vloeren, een op maaiveldniveau en een verdiepte vloer. Gezamenlijk vormen ze het ontmoetingscentrum van het complex. De begane-grondvloer is tevens gereserveerd voor receptie- en service-balies. De ‘kelderverdieping’ biedt ook ruimte aan exposities, debatten en evenementen.
Het gehele complex is gasloos en energieneutraal. Voor de eigen energievoorziening zijn de bestaande daken en het nieuwe dak belegd met in totaal 229 zonnepanelen (verwachte jaaropbrengst: 58.000 kWh). Naast zonne-energie wordt ook aardwarmte ingezet.
Om het energiegebruik zo beperkt mogelijk te houden, worden alle ruimten op lage temperatuur verwarmd en op hoge temperatuur gekoeld via warmtepompen en WKO in de bodem. De bezetting van ruimten wordt gemonitord met sensoren. Uiteraard zijn de vloeren, daken en gevels geïsoleerd. En wie met de fiets naar de bibliotheek komt, heeft keuze uit 885 stallingplekken in de fietskelder. Om de kelder mogelijk te maken, is onder het gehele bouwblok de bestaande houten paalfundering vervangen door een nieuwe fundering.
Locatie: Binnengasthuisterrein, Amsterdam (centrum) • Omvang: 16.000 m2 • Oplevering: september 2025 • Opdracht: Universiteit van Amsterdam (UvA) • Architectuur: architectenbureau J. van Stigt (renovatie en herbestemming) en MVSA Architects (nieuwbouw) • Constructief ontwerp: Van Rossum Raadgevende Ingenieurs • Uitvoering: Volker Staal en Funderingen, Van Hattum en Blankevoort, BINX Smartility, Vlasman en Koninklijke Woudenberg • Staalconstructies atriumkap en ‘boom’: Buiting Staalbouw • Installatie-advies: Valstar Simonis • Bouwfysisch advies: Peutz • Gevelscherm: Nedcam • Typeface design gevelscherm: Erik van Blokland • Tekeningen: MVSA • Foto’s: Jannes Linders (oplevering), MVSA, Buiting Staalbouw • Redactie: Arend Dolsma (Bouwen met Staal), oktober 2025